Berlijn.

Je kan verward raken, zo verward, dat je geen uitweg meer ziet en met al je ideeën blijft zitten. Je kan voor alles gaan en ontgoocheld raken omdat je als normale mens onmogelijk alle opties tegelijk aankan en moe geraakt; ofwel geef je je dromen op omdat het maar dromen zijn… Duizend mogelijkheden om met duizend opties om te gaan.

Ik was verliefd, vlinders in mijn buik, dromen, hopen, verliefd zoals wanneer je 14 bent. Zo verliefd dat je alles aankan. Alles is oké, super, geweldig maar ook gewoon oké, rust. Ik ben verliefd geworden op een stad. Een stad loopt niet weg, spreekt niet tegen, liegt en bedriegt niet en je krijgt er een stadsplan bij, dus wanhopig het noorden kwijt zijn zit er ook niet in.  Alles wat je normaal in zoekt in de liefde vind je ook in een stad blijkbaar. Openbaring voor mij, maar positief onthaald, zeer positief.

Mijn tweede bachelor, een bewuste keuze, groot verantwoordelijkheidsgevoel en een redelijke geld- en tijdsinvestering.  Laatste examen, ooit! Stress. Niet omdat het moeilijk of onmogelijk was. Het was het laatste. Afscheid van het studentenleven, van de illusie van vrijheid, van de zelfgekozen –chaotische (maar toch eigen) tijdsindeling.

Iets nieuws heeft altijd met iets ouds te maken. Er is een grens tussen de twee. En dat is de grens tussen wat je wil (duizend dingen) en wat je doet (één ding). In mijn geval toch. En grenzen in het leven zijn niet leuk. Je krijgt geen stempel in je paspoort die zegt “je mag hier zijn”. Nee, dat is een eigen beslissing en dus een eigen verantwoordelijkheid.

Examen. 2 dagen om mijn leven in een paar koffers te pakken. En weg, richting grootstad, richting grote liefde, richting Berlijn, om te wonen, eindelijk! Ik was bang, maar kon niet zeggen waarom. Iedereen kon het mij voorzeggen, maar ik niet.  Bang, omdat ik wist dat het voor altijd was, of voor lang (wat ook  “altijd” heet als je jong bent). Dat weet ik nu pas, waarvoor ik toen bang was.

Stage. Nog heviger verliefd. Op een stad. Op een onbeschrijfbaar gevoel dat die stad je geeft. Moest ik het kunnen omschrijven, zou ik daarover schrijven.

Stage gedaan, nog een paar weken blijven hangen, en daar was de terugkeer met veel tranen. België, Gent. Iedereen terug zien, wijntjes drinken met vriendinnen, Gentse feesten, terug thuis zijn. Gewoontes die zo gemakkelijk zijn om terug op te nemen. Rust die zo rustig is dat ik er zenuwachtig van word. Spontane sollicitatie. 5 weken. Dinsdag: “Eva, wanneer kan je in Berlijn zijn?”, “Donderdag!”. Weg was ik. Niet helemaal onverwacht maar toch spontaan. Een job, iets vast in een vluchtige stad. De ideale combinatie. Één van mijn duizend dromen. En gelukkig. Gelukkig was ik en ben ik. Tot ik zin krijg om aan de volgende van mijn duizend dromen te beginnen. En dan doe ik het ook, zonder aarzelen en zonder angst deze keer.

Als alles om je heen anders wordt, heb je enkel jezelf als vaste waarde. Eens je dat ontdekt en daar tevreden mee bent, moet je niet meer bang zijn. Adieu zeggen tegen mijn nervositeit en kriebels zal ik nooit doen. Wil ik ook niet. Maar als je altijd een beetje rust in je koffer kunt pakken en weer kan vertrekken is het leven “on the road” (hoe lang de stops ook duren) fantastisch.

Hoe cliché het ook mag klinken  (clichés krijgen pas die status als ze bevestigd worden ) aan iedereen die jong of minder jong is, aan iedereen die duizend dromen heeft: vervul ze en leef zó dat je later nooit spijt hebt van iets wat je niet hebt gedaan.

Eva.

Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...