Dit weekend ging ik met een vriendin naar ’t strand. Ja, dat lees je goed: we gingen naar ’t strand en dus niet: we gingen naar zee. Je moet er eens goed op letten, iedereen die verder dan tien kilometer van de kust af woont gaat naar zee. De mensen die binnen die straal (of toch ongeveer) gedomicilieerd zijn gaan naar ’t strand, of ’t strange alst op zijn West-Vlaams gebeurd.  Wat volgens mij ook juist is, gezien je de overgrote meerderheid van je tijd opt strand zit en niet int water. Dit geheel terzijde.


Het was dus prachtig weer afgelopen zondag. Zo’n nazomers weekend vind ik ge-wel-dig! Net zoals voorzomerse trouwens. Al vind ik die laatste misschien nog net een tikkeltje leuker. De lente is dan ook mijn favoriete seizoen. Een nieuw begin, die eerste zon. Kan ik echt van genieten! Maar goed, to the point. Die weekends zijn dus geweldig. Plots is er weer plaats. Om je auto te parkeren, je fiets te stallen, je handdoek neer te leggen, een sangria te drinken. Plots loopt mijn mooie kustgemeente weer helemaal leeg. Het wordt er zelfs stil en geloof me vrij na wat maanden van komen en gaan ben ik daar echt niet rouwig om. Een toeristen-hater (zoals er veel zijn) ben ik niet, ze zorgen namelijk altijd voor een bepaalde vakantiesfeer. Maar als ’t strand, de parkeerplaatsen en den Delhaiz weer even helemaal van mij lijken, word ik stiekem een beetje euforisch. Ik heb lang getwijfeld, maar dan besef ik weer: “ja, ik ben een kind van de kust.”

Hopend op nog vele nazomerse weekends groet ik u

E.

Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...